Polen

De Poolse keuken heeft een eigen karakter

Polen, een land van bossen, weidse graanvlakten en kilometers lange rivieren komt qua klimaat overeen met Europees Rusland, maar het land kreeg zijn culturele impulsen in eerste plaats van zijn westelijke buren. Geen wonder dat je in de Poolse keuken veel Slavische en Germaanse invloeden tegen komt. De Polen schenken veel belang aan gastvrijheid en tradities. Bidden voor het eten en drinken van alcohol worden zeer op prijs gesteld. Wodka wordt immers beschouwd als 'vloeibare basisvoeding'. Gezamenlijk met familie en vrienden van een uitgebreide maaltijd genieten komt je hier meer tegen dan in andere Oost Europese landen.
Ondanks vreemde invloeden heeft de Poolse keuken een heel eigen karakter. Een stevig ontbijt met groenten en koud vlees en het avondeten lijkt wel wat op het Nederlandse. De aardappel is ook hier ongekend populair. Paddestoelen vormen traditioneel de basis van veel Poolse gerechten, want van oudsher worden ze in de bossen verzameld. In de uitgestrekte bossen komen vele soorten voor, zoals eekhoorntjesbrood, morieljes, melkzwammen en champignons.  Paddestoelen gelden in de keukens van de rijken als lekkernij en worden als bijgerecht bij vleesgerechten geserveerd. 
Een Poolse specialiteit zijn de pikante worsten. Hun geurigheid ligt niet alleen aan de kruiden, het geheim zit hem vooral in de manier waarop de dieren gefokt zijn. Hun voeding bestaat vooral uit aardappelen, graan en melk en in de zomer ook nog groenvoer. De bekendste is wellicht de Krakauer. Volgens Pools recept wordt hij voor 80% van varkensvlees, 10% spek en voor 10% van rundvlees bereid en gekruid met peper, verse knoflook en komijn. Daarna wordt de wordt gerookt in hete rook tot hij goudbruin is vervolgens gesmoord of gegaard. Na het afkoelen wordt de worst nog eens warm gerookt, zodat hij een donkerbruine kleur krijgt. 
Andere gerechten uit de Poolse keuken zijn onder andere barszcz (rode bietensoep), bigos (zuurkool met worst) en golabki (koolbladeren gevuld met vlees). Bekende desserts zijn makowiec (kruidkoek) en mazurka (zandgebak).
Sinds de Middeleeuwen wordt in Polen honigmet gemaakt en is daarom het oudste volksdrankje in het land. In een groot deel van Europa was dit wijnachtige drankje van gegiste honing al sinds de Prehistorie bekend. Er was toen der tijd haast geen Pools huishouden te vinden waar geen honigmet gebrouwen werd. Het belangrijkste bestanddeel ervan, de honing, was er destijds in overvloed. Honigmet lijkt op wijn en wordt verkregen door alcoholfermentatie: men verdunt de honing met water en vult dit met hopextract aan. Kruiden of vruchtensappen zorgen voor het aroma. Je drinkt het op kamertemperatuur en in de winter ook als hete drank met kruiden.
De Poolse keuken mag dan stevige pot zijn,...lekker is het wel! Een site met veel heerlijke recepten vindt je hier. Een aantal daarvan vind je hieronder. Kook se en....

Ma przyjemny obad!!!!

Aan de slag....

Barszcz (Bietensoep)

Ingrediënten
  • 2 l. bouillon
  • 150 gr. Kipfilet
  • 2 aardappelen
  • 150 gr. wortel, blokjes
  • 150 gr. Boontjes
  • 200 gr. Broccoli
  • 100 gr. witte bonen, gekookte
  • 2 dl. crème fraîche
  • 1 citroen
  • 3 bieten, rode, geraspte
  • 4 italiaanse bollen
  • 1 snufje zout
  • 1 peper
Schil de aardappelen en snijd deze in blokjes.  Maak de groenten schoon. Snijd de kipfilet in kleine stukjes. Schil de rode bietjes en schrap deze fijn. Snijd de kapjes van de Italiaanse bollen en haal het zachte brood eruit. Voeg de kipfilet bij de bouillon en gaar deze samen met de wortel, de aardappelblokjes en de boontjes. Kook de broccoli apart beetgaar. Voeg de bietjes toe aan de bouillon. Voeg de creme fraiche toe en laat het zachtjes trekken. Voeg op het laatste moment de witte bonen en de broccoli toe. Breng op smaak met citroensap, peper, zout en iets suiker. Droog de broden in een oven van 200 graden zodat de soep hierin geserveerd kan worden. Lepel de soep in de gedroogde broodjes.
Bigos (Poolse jachtschotel)

Ingrediënten
  • 300 g gesneden witte kool
  • 500 g zuurkool
  • 6 laurierblaadjes
  • 1/2 eetlepel zwarte peperkorrels
  • 1 stuk zuurkoolspek zonder zwoerd (ca. 225 g)
  • 2 eetlepels boter of margarine
  • 4 speklapjes
  • 2 grote uien
  • 1 Gelderse gekookte worst
  • 2 bakjes paddestoelenmelange (a 200 g)
  • 3 dl rode wijn
Witte kool in (braad)pan met weinig water beetgaar koken. In vergiet zuurkool laten uitlekken. Zuurkool, laurier en peperkorrels door witte kool mengen. Spek op kool leggen. Geheel ca. 15 minuten laten stoven, tot kool en spek gaar zijn. Indien nodig tussentijds wat water in pan schenken. Kool af en toe omscheppen, maar spek bovenop laten liggen. Spek uit pan nemen, iets laten afkoelen en in blokjes snijden.
Intussen in koekenpan boter smelten en speklapjes ca. 15 minuten zachtjes bakken. Uien pellen en in ringen snijden. Worst in blokjes snijden. Paddestoelen schoonvegen en grote exemplaren halveren. Speklappen uit pan nemen en in stukjes snijden. In bakvet uiringen ca. 2 minuten glazig bakken. Vuur hoog draaien, paddestoelen toevoegen en geheel ca. 3 minuten al omscheppend bakken. Paddestoelmengsel en vlees door kool scheppen. Rode wijn in pan schenken en jachtschotel onafgedekt nog ca. 10 minuten zachtjes koken. Lekker met gekookte krieltjes.
Golabki (gehaktrolletjes)

Ingrediënten
  • 8 grote witte koolbladeren
  • 500 g gehakt
  • 250 g korrelig gekookte rijst
  • 1 ui (geschild en geraspt)
  • 2 eieren
  • 1 el paneermeel
  • zout en witte peper en nootmuskaat
  • 15 g boter
  • 150 g zure room
  • 150 ml vleesbouillon
Voor de saus:
  • 500 g tomaten
  • 15 g boter
  • zout, peper en snufje suiker
De koolbladeren in water met een snufje zout blancheren tot ze zacht en soepel zijn. Uit het water halen, schrikken en laten uitlekken (de brede bladnerven aan de onderkant uitsnijden). Daarna meng je het gehakt met de rijst en je raspt de ui erover. Klop de eieren los en voeg ze toe. Bestrooi met paneermeel en het mengsel van zout, peper en wat nootmuskaat en meng dan alles goed. De koolbladeren op het werkoppervlak uitspreiden en de vulling erover verdelen en oprollen tot pakjes en daarbij de zijkanten van de bladeren naar het midden toe vouwen, zodat de vulling er niet kan uitlopen en dan nog even voorzichtig aandrukken. Smelt de boter in een vuurvaste schotel en de leg de pakjes erin. Giet een deel van de room en de bouillon erover en schuif in de hete oven (200°C) voor circa 30 min. Tussendoor de rest van de room en de bouillon toevoegen en enkele keren met de warme roomsaus begieten. De tomatensaus maak je als volgt: de gewassen tomaten halveren, smelt dan de boter in de pan en voeg de tomaten toe, en laat ze afgedekt 30 min zacht stoven. Dan nog 10 min in de open pan stoven, aanvullen met wat rolladesaus en alles door een fijne zeef halen. Daarna weer terug aan de kook brengen en zacht laten sudderen -op smaak brengen met zout, peper en suiker Schep dan de saus over de pakjes op het bord en serveer met een beetje kleverige rijst.

Kooktip: Als je de rijst wat kleveriger en smakelijker wil hebben, kook het dan een minuutje of 2 langer door dan op de verpakking staat. Ook is het erg lekker om er een half bouillonblokje bij te doen, of op de helft van de kooktijd 2 eetlepels ketchup.
Makoviec (maanzaad taart)
Een traditioneel pools dessert wat vooral rond Kerst en Pasen wordt gegeten.

Ingrediënten:
Voor het deeg:
  • 325 g bloem
  • 125 g poedersuiker
  • zout
  • 200 g koude boter + boter om in te vetten
  • 40 g amandelschaafsel
voor de vulling:
  • 230 g maanzaad
  • 100 g blanke hazelnoten
  • 170 g zachte boter
  • 50 g poedersuiker
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 7 eidooiers
  • 6 eiwitten
  • 130 g fijne kristalsuiker
Extra nodig:
  • vershoudfolie
  • taartvorm doorsnede ca. 24 cm

[/list]
Meng in een kom 300 g bloem, 100 g poedersuiker en een snufje zout door elkaar. Voeg de boter in stukjes toe en wrijf met koele hand tot een kruimige massa. Houd ca een kwart van het deeg apart. Kneed de rest snel tot een soepel deeg, verpak het in vershoudfolie en laat het ca. 30 minuten rusten in de koelkast. Meng de rest van de bloem en suiker met het amandelschaafsel door het achtergehouden deeg, zodat een kruimelig deeg ontstaat. Bewaar tot gebruik in de koelkast. Overgiet het maanzaad met kokend water. Laat het uitlekken en maal het fijn in de keukenmachine. Hak de hazelnoten fijn. Verwarm de oven voor op 180 graden C (heteluchtoven 160 graden C). Vet de taartvorm in.

Rol het deeg uit tot een ronde lap van ca. 3 mm dik en bekleed de vorm ermee. Klop de boter met de poedersuiker en vanillesuiker romig en luchtig. Voeg de eidooiers een voor een toe. Klop de eiwitten in een andere kom stijf met de kristalsuiker. Meng het maanzaad met de hazelnoten. Meng het maanzaadmengsel en de botermassa voorzichtig door de stijfgeslagen eiwitten en schep de massa op de taartbodem. Verdeel het kruimeldeeg over de taart en bak hem in ca. 45 minuten goudbruin en gaar. Laat de taart afkoelen op een taartrooster en bestrooi hem met poedersuiker.

Je kunt de taart ook maken van een vierkante lap deeg en nadat je de vulling er op hebt gesmeerd, de deeglap oprollen.
Voor de vulling kun je ook nog rozijnen en walnoten toevoegen.