Polen

Landschap

Je denkt misschien dat Nederland het vlakste land in Europa is? Nou Polen is een goede tweede! Langs de Oostzee liggen de kustvlakten met  brede zandstranden en forse duinruggen. Daarachter liggen, de Pommerse en Mazurische meervlakten met meer dan 9000 meren gelegen temidden van schilderachtige heuvels en prachtige bossen. Vele rivieren doorsnijden de vlakten en monden praktisch allemaal uit in de Oostzee. De belangrijkste twee zijn de Wisla (Weichsel) en de Odra (Oder).

De bergruggen van de Sudeten en de Karpaten liggen op de zuidgrens. De Sudeten behoren tot de oudste gebergten van Europa; de hoogste top is de Sniezka (1602 meter boven zeeniveau). De Karpaten zijn jonger. Het Tatragebergte ligt in het midden; Hier vind je het hoogste punt van Polen , de Rysy (2499 meter).
Ongeveer de helft van de Poolse grond bestaat uit podzolbodems. Dit soort bodems wordt gekenmerkt door een donkere bovenlaag met veel humus, waaronder een uitgeloogde laag ligt. Daaronder zit nog een laag waarin zich mineralen en organische stoffen door inspoeling opeenhopen.

Klimaat

Polen ligt op een plek waar het klimaat overgaat van een gematigd zeeklimaat in het noorden en westen naar een droog landklimaat in het zuiden en oosten en het weer is daardoor nogal wisselend. Dat betekent letterlijk dat het er kan vriezen en kan dooien. In het westen, in de Karpaten en de Sudeten kan het behoorlijk regenen.
De winters duren van ca. half december tot in april en zijn door de oostenwinden in het oosten en het zuiden erg streng met veel sneeuwval. Het kwik daalt dan ook ver onder het vriespunt. Rivieren en meren zijn in die streken dan grotendeels bevroren. In de bergen vriest het ca. 130 dagen per jaar. Warschau, wat centraal ligt, kent een periode van drie maanden met gemiddelde temperaturen onder het vriespunt.
De zomers zijn warm en lang en kan de temperatuur met gemak boven de 25°C. komen.